Wat doet de imker?

Een bijenvolk kan zich in principe zelf redden. Ze hoeven niet, zoals huisdieren, elke dag gevoerd te worden. Toch wil een imker graag honing oogsten, zijn volken sterk houden en voorkomen dat ze er vandoor gaan (zwermen). Bijen blijven wilde dieren en laten zich niet makkelijk leiden. De werkzaamheden van de imker zijn in grote lijnen:

Controle van de volken in het vroege voorjaar

CORS2714

Alle volken worden nagekeken. Van eventueel dode volken worden de kasten opgeruimd. Zwakke/kleine volken en moerloze volken (volken zonder koningin) worden verenigd met sterke volken. Oude en beschimmelde raten worden verwijderd. Teveel aan wintervoer wordt verwijderd om te voorkomen dat er later suiker in de honing terecht komt. Afhankelijk van de grootte van een volk, wordt de ruimte van de bijenkast beperkt. Alle volken krijgen een schone bodem.

Kastruimte geven

CORS2794

In de loop van het voorjaar zal het volk sterk groeien. Als de kasten te vol worden, wordt er extra kastruimte gegeven. Vanaf april moet de bloei van planten in de gaten gehouden worden. Wanneer er veel planten in bloei staan kan er extra ruimte in de vorm van een honingkamer op het volk gezet worden. De honingkamer wordt gescheiden van de rest van de kast door middel van een rooster. De koningin kan niet door dit rooster, de werksters wel. Op deze manier kan er geen broed in de honingraten komen, maar zal de ruimte alleen gebruikt worden voor de opslag van honing.

Zwermbeheersing

IMG_6326

Het bijenvolk wil zich vermeerderen en zal daarom van nature gaan zwermen. Om geen overlast voor de omgeving te veroorzaken en geen bijen kwijt te raken, is het belangrijk het zwermen zoveel mogelijk te voorkomen.
Vanaf eind april moeten de volken regelmatig nagekeken worden om te kijken of er zwermneigingen zijn. Om de zwermneiging zo lang mogelijk uit te stellen kan de kastruimte vergroot worden, zodat de bijen hun nest kunnen uitbreiden. Ook kunnen ramen met bijen en/of broed (eitjes en larfjes) verwijderd worden. Hiermee kan weer een nieuw volk opgezet worden. De imker kan ook een kunstzwerm maken. De koningin met een groot deel van de bijen wordt dan uit de kast gehaald en in een andere bijenkast gehuisvest.

Zwerm scheppen

Zwermbeheersen is best lastig. Er zal dan ook af en toe toch een zwerm afkomen. Zo’n zwerm kan geschept worden en in een nieuwe kast worden gehuisvest. Een imker wordt soms ook gevraagd om ergens een zwerm bijen weg te halen. Een zwerm zit een tijdje in een tros en kan dan makkelijk geschept worden als de imker er bij kan. Er wordt voorzichtig een schepkorf, een kleine bijenkast of een emmer om de tros geschoven. Dan wordt de tros los geschud, zodat deze in de schepkorf valt. De meeste bijen zitten nu in de schepkorf. Het belangrijkste is dat de koningin erbij zit.
De imker zet de korf vlak bij de plek waar de zwerm zat en zorgt ervoor dat er bijen naar binnen kunnen. Als de koningin er in zit, gaan er bijen voor de ingang zitten met hun achterlijf omhoog. Ze verspreiden een geur die de andere bijen van de zwerm lokt. Dit noemen we stertselen. Ze bewegen daarbij hun vleugels, zodat de geur verspreid wordt. Op deze manier zullen alle bijen uiteindelijk de korf in gelokt worden. De imker sluit de korf af en neemt de bijen mee om ze in een nieuwe kast te huisvesten.

 

IMG_6329 IMG_6339

 

IMG_6354

 

Honing oogsten

Bij Imkerij Raat & Daad wordt de honing geheel handmatig gewonnen. Bij een goed voorjaar kan eind mei/begin juni de eerste honing uit de kasten worden gehaald. Bij een goede zomer kan in augustus nogmaals worden geoogst.
De honingoogst begint door de raten die vol met rijpe honing zitten uit de bijenkast te halen. De raten worden in de slingerruimte handmatig ontzegeld. Met een speciale ontzegelvork worden de wasdekseltjes verwijderd, zodat de honing uit de cellen kan. De volgende stap is het slingeren van de raten. De raten worden in de honingslinger geplaatst. Door te draaien worden de raten hard in het rond geslingerd. De centrifugale kracht zorgt ervoor dat de honing uit de cellen geslingerd wordt. Dit moet niet te hard gaan, want dat gaat de raat kapot.
Als de kraan van de honingslinger wordt geopend, loopt de honing eerst door een grove en daarna door een zeer fijne zeef in een emmer. Wasresten worden er op deze manier uit gezeefd.
Na enkele dagen gaat de honing van de emmers in een aftapvat met kraan. Van daaruit wordt de honing in een potje getapt.
Deksel erop, etiket erop en klaar is de Raat & Daad-honing!

Inwinteren

De bijen hebben, om de winter door te komen, een flinke voorraad energierijk voedsel nodig. Hiervoor verzamelen ze de honing. Als imker haal je natuurlijk een deel van de honing uit de kasten. Om deze voorraad aan te vullen wordt, na de laatste honingoogst, suikerwater gegeven. Eind augustus/begin september geef ik ieder volk 15 kg suiker, opgelost in water. Ruim een maand lang krijgen de bijen twee keer per week, tegen de avond, een flinke portie, die ze vanuit de voerbak opslaan, indikken en uiteindelijk verzegelen in de raten.

Het volk gezond houden

Honingbijen hebben een goed ontwikkeld hygiënisch gedrag, waardoor ziekteverwekkers onder normale omstandigheden weinig kans krijgen. Ziektes en plagen kunnen dan ook worden voorkomen door te zorgen dat het volk sterk blijft. Kleine volkjes zijn veel gevoeliger voor ziektes en moeten daarom zoveel mogelijk verenigd worden met sterke volken. Toch is er één plaag die de bijen zelf onvoldoende onder controle kunnen houden: De Varroa mijt of Varroa destructor.
Deze parasiet komt van oorsprong voor op de Aziatische honingbij en leeft daarmee in balans. Door toedoen van de mens is de mijt verspreid over alle soorten honingbijen. Onze honingbij leeft niet in balans met de Varroamijt en als er niets aan gedaan wordt, verzwakt een volk en wordt daarmee vatbaar voor vele ziektes en plagen.
De Varroamijt wordt door mij bestreden door aan het einde van de zomer, na de laatste honingoogst, gedurende 4 weken, sponsdoekjes mierenzuur in de bijenkast te leggen. Dit is een biologische manier van bestrijden. Het mierenzuur verdampt door de warmte van het broednest en de mijten die op de bijen en in het gesloten broed zitten gaan hierdoor dood. Verder doe ik een winterbehandeling in december: het moment waarop er geen gesloten broed in het volk is. De wintertros wordt bedruppeld met een mengsel van suikerwater en oxaalzuur, ook een biologisch middel. De bijen verspreiden dit door de hele wintertros. De mijten die nu allemaal op de bijen zitten gaan dood.
Op deze manier kan de mijten populatie redelijk onder controle worden gehouden en blijft het bijenvolk sterk en vitaal.

Kastmateriaal onderhouden

Vanaf begin oktober tot begin april is er weinig te doen in de bijenvolken. Deze tijd wordt benut voor het onderhoud en maken van kastmateriaal.